Contact  |

Prioritering

Binnen jeugdhulpregie is de prioritering van hulpvragen een belangrijk onderdeel. De intersectorale regionale prioriteitencommissie (IRPC) beoordeelt priorchecklists voor kinderen en jongeren met een vrijwillige vraag naar VAPH-ondersteuning. Het team jeugdhulpregie doet hetzelfde voor de andere priorchecklists.

In 2016 worden in heel Vlaanderen 2.929 priorchecklists ingediend, waarvan er 1.861 (63,5%) zijn goedgekeurd. Hiervan behandelt de IRPC er 536, en keurt er 289 (53,9%) goed. De meeste priors worden aangevraagd voor (en toegekend aan) kinderen en jongeren met een vraag naar verblijf, zowel in Jongerenwelzijn (n=1.054; 64,2% goedgekeurd) als in het VAPH (n=574; 65,2% goedgekeurd) of diagnostiek (al dan niet met verblijf) in Jongerenwelzijn (n=338; 70,4% goedgekeurd). Aanvragen voor diagnostiek (al dan niet met verblijf) in het VAPH (n=212; 44,8% goedgekeurd) en verblijf in Kind & Gezin (n=200; 58,5%) vervolledigen de top 5.

Ten opzichte van 2015 zijn er 21% meer priorchecklists ingediend. Het percentage van goedkeuren zakt van 68,3% naar 63,5%. Klik hier voor regionale cijfers;

Tabel: Aantal prioraanvragen naar beslissing
(teleenheid: prioraanvragen)

2016 Vlaanderen
Goedgekeurd Afgekeurd Aantal aanvragen %
CIG 29 17 46 1,6%
JW CBAW 70 39 109 3,7%
JW contextbegeleiding KI 29 9 38 1,3%
JW diagnostiek + verblijf 238 100 338 11,5%
JW kamertraining 104 82 186 6,4%
JW verblijf 677 377 1.054 36,0%
Pleegzorg 33 9 42 1,4%
Totaal JW 1.180 633 1.813 61,9%
Totaal K&G 117 83 200 6,8%
VAPH dagopvang 60 17 77 2,6%
VAPH diagnostiek + verblijf 95 117 212 7,2%
VAPH GES+ 8 5 13 0,4%
VAPH mobiele/ambulante begeleiding 18 12 30 1,0%
VAPH verblijf 374 200 574 19,6%
Totaal VAPH 555 351 906 30,9%
IPO verblijf 5 1 6 0,2%
Tehuis verblijf 4 0 4 0,1%
Totaal Onderwijs 9 1 10 0,3%
Eindtotaal 1.861 1.068 2.929 100,0%
% 63,5% 36,5% 100,0%  

(Bron: INSISTO)

De prioritering gebeurt aan de hand twee feitelijke criteria:

  • migratievragen waarbij het gaat om een zorgvraag van een minderjarige die al gebruik maakt van niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp en een vraag naar dezelfde module bij een andere jeugdhulpaanbieder;
  • het samenhouden van broers en zussen wanneer het aangewezen is dat ze samen gebruik maken van verblijfsmodules bij dezelfde jeugdhulpaanbieder.

Er zijn ook vier inhoudelijke criteria:

  • de (positieve of negatieve) inschatting of de integriteit van de minderjarige in gevaar is;
  • de (positieve of negatieve) inschatting van de aanwezigheid van een netwerk voor de minderjarige en van de eigen krachten in het netwerk;
  • de (positieve of negatieve) inschatting van het effect van de huidige, lopende hulpverlening;
  • de (positieve of negatieve) inschatting van de al verleende jeugdhulpverlening of hulpverlening (o.a. de historiek van de zorgvraag, de continuïteit van de verleende hulp).

De grote meerderheid van de prioraanvragen wordt goedgekeurd omdat ze voldoen aan één of meerdere inhoudelijke criteria (1.242 beslissingen door jeugdhulpregie en 289 beslissingen door de IRPC; respectievelijk 66,7% en 15,5% van de toegekende priors).

Aanvragen die voldoen aan de feitelijke criteria zijn eerder beperkt:

  • 187 prioraanvragen voldoen aan het migratiecriterium (10%) en krijgen een prior om te verhuizen naar een andere voorziening voor dezelfde hulp;
  • 91 prioraanvragen krijgen een prior om broers en zussen samen te houden in eenzelfde voorziening (4,9%).

Er wordt ook bijgehouden hoeveel priors in 2016 worden toegekend om intern te kunnen schakelen in een voorziening wanneer de typemodules die men wil inzetten, nog geen deel uitmaken van de indicatiestelling. Dit gebeurt 52 keer (2,8%), vooral om te schakelen naar verblijf binnen Jongerenwelzijn (n=38).

Bij prioritering houden jeugdhulpregie en IRPC rekening met een quotum. Slechts 30% van de mogelijke instroom krijgt een prior. Een beperkt aantal priors geeft meer garantie op snelle opstart dan het onbeperkt toekennen van priors. In 37,7% van de afgekeurde priorvragen wordt het quotum als reden aangehaald. Dit wil zeggen dat de priorvraag wel voldoet aan de priorcriteria maar er andere vragen (die ook voldoen aan de priorcriteria) ingeschat worden als dringender. Klik hier voor regionale cijfers.

Tabel: Goedgekeurde priorvragen naar soort prioriteit
(teleenheid: priorvragen)

  Vlaanderen
door JHR door IRPC obv broer/zus obv migratie interne schakel Totaal %
CIG 27 0 0 0 2 29 1,6%
JW CBAW 65 0 0 5 0 70 3,8%
JW contextbegeleiding KI 28 1 0 0 0 29 1,6%
JW diagnostiek + verblijf 236 1 1 0 0 238 12,8%
JW kamertraining 91 0 2 6 5 104 5,6%
JW verblijf 508 1 58 72 38 677 36,4%
Pleegzorg 33 0 0 0 0 33 1,8%
Totaal JW 988 3 61 83 45 1.180 63,4%
Totaal K&G 100 0 2 12 3 117 6,3%
VAPH dagopvang 1 42 2 15 0 60 3,2%
VAPH diagnostiek + verblijf 43 50 1 1 0 95 5,1%
VAPH GES+ 4 4 0 0 0 8 0,4%
VAPH mobiele/ambulante begeleiding 1 17 0 0 0 18 1,0%
VAPH verblijf 98 173 25 75 3 374 20,1%
Totaal VAPH 147 286 28 91 3 555 29,8%
IPO verblijf 3 0 0 1 1 5 0,3%
Tehuis verblijf 4 0 0 0 0 4 0,2%
Totaal onderwijs 7 0 0 1 1 9 0,5%
Eindtotaal 1.242 289 91 187 52 1.861 100,0%
% 66,7% 15,5% 4,9% 10,0% 2,8% 100,0%  

(Bron: INSISTO)

Onderstaande tabel geeft de wachttijd van de geprioriteerde hulpvragen weer. De tabel maakt een onderscheid naar wanneer de prior is toegekend, en berekent de wachttijd op 31/12/2016. Van de priors die werden toegekend in 2015:

  • is 5,4% eind 2016 nog niet kunnen instromen;
  • stroomde 80,8% in binnen de 6 maanden.

In 2016:

  • is 42,2% van de priors eind 2016 nog niet kunnen instromen;
  • 54,5% stroomt in 2016 al in binnen de 6 maanden na het toekennen van de prior.

Dat het cijfer voor 2016 minder gunstig is, is logisch omdat ook de jongeren die in de tweede helft van 2016 een prior krijgen, zijn meegeteld.

Het opstartperspectief van priors voor het VAPH is een stuk lager dan in andere sectoren. 66,3% van de in 2015 toegekende priors kan binnen de 6 maanden instromen in de gewenste hulp, terwijl dit voor de sector Jongerenwelzijn en Kind & Gezin op respectievelijk 87,8% en 94,5% ligt. Voor 2016 ligt dat aantal op:

  • 42,4% in het VAPH;
  • 60,4% in Jongerenwelzijn;
  • 62,34% in Kind & Gezin.

Klik hier voor regionale cijfers.

Tabel: Wachttijd van geprioriteerde hulpvragen
(teleenheid: % priorvragen)

  Totaal
  binnen de week binnen de maand binnen de 3 maanden binnen de 6 maanden binnen de 12 maanden meer dan 12 maanden niet opgestart Totaal
JW 6,4% 29,3% 35,7% 16,3% 7,6% 0,9% 3,7% 100,0%
K&G 17,8% 39,7% 30,1% 6,9% 5,5% 0,0% 0,0% 100,0%
VAPH 1,6% 7,3% 27,7% 29,7% 18,4% 6,2% 9,1% 100,0%
Totaal 2015 5,4% 22,3% 32,6% 20,5% 11,2% 2,7% 5,4% 100,0%
JW 4,9% 19,5% 25,4% 10,6% 2,6% 0,0% 37,0% 100,0%
K&G 6,5% 27,3% 26,0% 2,6% 2,6% 0,0% 35,1% 100,0%
VAPH 1,2% 5,2% 17,6% 18,4% 4,8% 0,0% 52,8% 100,0%
OND 0,0% 0,0% 11,1% 0,0% 0,0% 0,0% 88,9% 100,0%
Totaal 2016 3,8% 15,3% 22,9% 12,6% 3,3% 0,0% 42,2% 100,0%
Eindtotaal 4,5% 18,4% 27,3% 16,1% 6,9% 1,2% 25,6% 100,0%

(Bron: INSISTO)

Wenst u graag het volledige hoofdstuk te downloaden?

Download dit hoofdstuk