Contact  |

Gerechtelijke jeugdhulp - Sociale dienst jeugdrechtbank

De sociale diensten bij de jeugdrechtbanken (SDJ) begeleiden zowel minderjarigen in verontrustende situaties (VOS) als jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd.

De jeugdrechter geeft de sociale dienst de opdracht om een maatschappelijk onderzoek uit te voeren. Daarbij zal de consulent gesprekken voeren met de betrokken partijen om o.a. zicht te krijgen op:

  • de leefsituatie;
  • de aanwezige zorgen en krachten in het cliëntsysteem;
  • de ontplooiingskansen en de veiligheid van de minderjarige.

Dat leidt tot een schriftelijk verslag aan de jeugdrechter, bestaande uit een gemotiveerde inschatting van de nood aan een gerechtelijke maatregel en zo nodig een indicatiestelling. De consulent formuleert een verzoek aan de jeugdrechter waarbij de jeugdrechter de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid heeft.

Op het einde van het case-onderzoek beslist de jeugdrechter over de nood aan een gerechtelijke maatregel. De sociale dienst zal (al dan niet professionele) hulpverlening organiseren (bv. aanmelden bij de intersectorale toegangspoort) op vraag van de jeugdrechter en waakt over de uitvoering van de gerechtelijke maatregel.

Vanuit hun specifieke maatschappelijk mandaat gaan consulenten SDJ tot het uiterste om samen met jongeren, ouders en hun netwerk, en al dan niet professionele hulp, mee hoop te creëren voor de toekomst opdat kinderen en jongeren veilig kunnen opgroeien.

Om een verschil te maken in situaties van verontrusting, zet men in op relaties aangaan, niet alleen met het kind of de jongere en zijn netwerk, maar ook met hulpverlenende partners. Bijkomend vraagt de positie van de consulent de veiligheid centraal te zetten.

Consulenten werken vanuit de basis- en onderzoeksprincipes van Signs of Safety. Dit is een oplossings- en krachtgerichte benadering die tegelijkertijd  verbinding toelaat, vanuit de krachten van het netwerk te werken én steeds de focus op de veiligheid van het kind te houden. 

De instroom bij de sociale diensten is in 2017 opnieuw gestegen. Er stromen 4.855 jongeren in, dit is een stijging van 18% t.o.v. 2016. Naar leeftijd zijn, in tegenstelling met het OCJ- publiek, de meeste minderjarigen ouder dan 12 jaar.

Tabel: Aantal vorderingen per leeftijdscategorie en per regio
(teleenheid: vorderingen)

  Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant & Brussel West-Vlaanderen Totaal %
0-5 jaar 391 104 211 172 195 1.073 22,10%
6-11 jaar 333 98 172 191 137 931 19,18%
12-17 jaar 981 326 573 474 450 2.804 57,75%
18-21 jaar 18 3 3 3 20 47 0,97%
Totaal 1.723 531 959 840 802 4.855 100,00%
% 35,49% 10,94% 19,75% 17,30% 16,52% 100,00%  

(Bron: Domino)

Wat betreft kinderen van 0 tot 3 jaar:

  • 16% van alle vorderingen is voor deze leeftijdscategorie;
  • 38% van alle hoogdringendheden is voor deze leeftijdscategorie;
  • 19% van alle VOS is voor deze leeftijdscategorie.

Minderjarigen worden aangemeld binnen de gerechtelijke hulpverlening op basis van 3 soorten vorderingsgronden:

  • verontrustende situatie via gemandateerde voorziening (VOS via GV). Dit kan zowel OCJ als VK zijn;
  • verontrustende situatie via hoogdringendheid.

Meer dan de helft van de vorderingen in 2017 is voor minderjarigen in een verontrustende situatie die worden aangemeld via de gemandateerde voorzieningen (VOS via GV) (n= 2.754). Dit is een stijging van 14% t.o.v. 2016 (n= 2.677). Voor het tweede jaar op rij stijgt het aantal vorderingen MOF, dit keer met 3% t.o.v. 2016.

Tabel: Aantal vorderingen per vorderingsgrond en per regio
(teleenheid: vorderingen)

  Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant & Brussel West-Vlaanderen Totaal %
MOF 537 155 303 216 279 1.490 30,69%
VOS via GV 902 344 550 511 447 2.754 56,73%
VOS hoogdringend 284 32 106 113 76 611 12,58%
Totaal 1.723 531 959 840 802 4.855 100,00%

(Bron: Domino)

Onderstaande tabel toont het aantal minderjarigen met een maatregel per vorderingsgrond en per regio. In 2017 hebben 16.295 minderjarigen een maatregel binnen de gerechtelijke hulpverlening. Zoals eerder aangegeven, bevindt meer dan de helft van de minderjarigen zich bij instroom in een verontrustende situatie, aangemeld via GV. De tabel toont aan dat deze groep minderjarigen het hoogste aantal minderjarigen met een maatregel bevat (n= 14.102).

Tabel: Aantal unieke jongeren met een maatregel in 2017 per vorderingsgrond en per regio
(teleenheid: unieke jongeren)

  Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant & Brussel West-Vlaanderen Totaal
MOF 863 285 447 336 370 2.301
VOS via GV 4.720 1.957 3.133 1.992 2.300 14.102
VOS hoogdringend 341 36 191 148 129 845
Totaal unieke jongeren 5.561 2.187 3.585 2.317 2.645 16.295

(Bron: Domino)

Per jongere kunnen verschillende maatregelen genomen worden. Onderstaande tabel geeft het overzicht van het aantal maatregelen die van kracht zijn in 2017. Gemiddeld genomen kent een minderjarige met een vordering VOS via een GV minder verschillende maatregelen dan bij MOF en VOS hoogdringendheid. Het aantal maatregelen bij hoogdringendheid is met 15% gestegen. Daarnaast is er een hoog aandeel hoogdringende maatregelen binnen Vlaams-Brabant.

Tabel:Aantal maatregelen (die lopen in 2017) per vorderingsgrond en per regio
(teleenheid: maatregelen)

  Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant & Brussel West-Vlaanderen Totaal %
MOF 2.903 729 1.279 842 1.075 6.828 15,28%
VOS via GV 12.096 5.067 7.680 4.874 5.696 35.413 79,27%
VOS hoogdringend 945 94 592 464 339 2.434 5,45%
Totaal 15.944 5.890 9.551 6.180 7.110 44.675 100,00%
% 35,69% 13,18% 21,38% 13,83% 15,91% 100,00%  

(Bron: Domino)

Het aantal maatregelen per vorderingsgrond en per regio toont aan dat het hoogste aantal maatregelen zich situeert bij de groep minderjarigen ‘VOS via GV’ (n= 35.413).

Wenst u graag het volledige hoofdstuk te downloaden?

Download dit hoofdstuk