Contact  |

Probleemgebonden hulp NRTJ

Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning

De centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning CKG kunnen, onder het niet-rechtstreeks toegankelijke luik binnen de functie verblijf, 1 typemodule lang residentiële opvang inzetten voor kinderen uit gezinnen met meerdere problemen.

Deze module kan, naargelang de inschatting van de situatie, perspectiefzoekend of –biedend zijn:

  • perspectiefzoekend: als het perspectief voor het kind bij aanvang niet duidelijk is. Tijdens de opvang moet worden gezocht naar een langetermijnoplossing en is begeleiding van de thuissituatie nodig. Deze opvang kan maximaal één jaar duren (dag en nacht, tot 7/7);
  • perspectiefbiedend: als het vanuit het oogpunt van het kind duidelijk is dat het na zes maanden niet terug naar huis kan en er behoefte is aan een stabiel leefklimaat buiten het gezin. Deze opvang wordt in het CKG enkel aangeboden aan kinderen tot maximaal zes jaar.

Wie zijn ze?

Referentietabel 201: aantal kinderen en jongeren in lang residentieel aanbod, per leeftijdscategorie (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: registratiesysteem CKG’s)

Referentietabel 201: aantal kinderen en jongeren in lang residentieel aanbod, per leeftijdscategorie
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: registratiesysteem CKG’s)

Met het lang residentiële aanbod vangen de CKG in 2018 in totaal 625 kinderen op – een stijging van 7% t.o.v. 2017 (584 kinderen):

  • 70% van de kinderen is jonger dan zes jaar,
  • 184 kinderen zijn tussen zes en elf jaar (29%),
  • drie kinderen zitten in het secundair onderwijs (+12jaar) (0,5%).

Ten opzichte van 2017 is er een daling in de leeftijdscategorie 6-11 jaar. Deze daling (-12,50%) is kleiner dan de stijging (+22,40%) in de jongste leeftijdscategorie.

Onvervulde hulp

Ten opzichte van 2017 is er een stijging met 17 wachtenden.

De wachttijden kennen een tweeledig verhaal. De wachttijd van 1-2 jaar daalt ten opzichte van 2017 met 26,82%, terwijl er voor de kortste categorie een stijging is van 19,11%. Kinderen die langer dan 3 jaar moeten wachten, stijgt van 1 kind in 2017 naar 9 kinderen in 2018. Tot slot blijft de categorie tussen de 2 en 3 jaar gelijk ten opzichte van 2017.

Referentietabel 110: wachtenden NRTJ hulp naar leeftijd (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: INSISTO)

Referentietabel 110: wachtenden NRTJ hulp naar leeftijd
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: INSISTO)

Referentietabel 112: wachttijd wachtenden NRTJ hulp voorzieningen (teleenheid: unieke minderjarigen en dagen) (Bron: INSISTO)

Referentietabel 112: wachttijd wachtenden NRTJ hulp voorzieningen
(teleenheid: unieke minderjarigen en dagen) (Bron: INSISTO)

Capaciteit

De CKG hebben in 2018 een capaciteit van 351 lang residentiële opvangplaatsen. In vergelijking met 2017 stijgt het aantal plaatsen met 3.

Met 104% realiseren de CKG een meer dan complete bezetting o.b.v. het aantal dagen dat een kind lang residentieel wordt opgevangen.

Multifunctionele centra

Wie zijn ze?

Referentietabel 151: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Geïntegreerde registratietool)

Referentietabel 151: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Geïntegreerde registratietool)

De multifunctionele centra (MFC) hebben als opdracht om vraaggestuurde en flexibele ondersteuning te voorzien aan minderjarigen met een handicap tot en met 21 jaar (en maximaal verlengbaar t.e.m. 25 jaar).

Zij bieden hiervoor functies verblijf, dagopvang (schoolvervangend en schoolaanvullend) en begeleiding aan.

Het aantal MFC is afgenomen met 2. Dit komt neer op een totaal van 96 erkende MFC in 2018.

In 2018 hebben 11.270 kinderen en jongeren gebruik gemaakt van de ondersteuning van een MFC, vergelijkbaar met 2017 (n=11.523).

Het aanbieden van flexibele, vraaggestuurde trajecten vertaalt zich onder meer in kortere ondersteuningstrajecten of samenwerking met andere diensten, waardoor meer kinderen en jongeren kunnen worden ondersteund.

De verdeling over de leeftijdsgroepen blijft stabiel, de grootste leeftijdsgroep zijn nog steeds de gebruikers tussen de 6-17 jaar.

Wat krijgen ze?

Verblijf en begeleiding

Referentietabel 152 & 155: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC functie verblijf & begeleiding (teleenheid: kind of jongere maakt minstens 1 keer gebruik van functie begeleiding) (Bron: VAPH)

Referentietabel 152 & 155: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC functie verblijf & begeleiding
(teleenheid: kind of jongere maakt minstens 1 keer gebruik van functie begeleiding) (Bron: VAPH)

Verblijf in een MFC betekent het aanbieden van nachtopvang met inbegrip van ondersteuning in de avond- en ochtenduren.

De cijfers van 2018 t.o.v. 2017 blijven stabiel: zowel qua totale aantal als qua verdeling over de leeftijdsgroepen.

Voor de MFC met functie begeleiding daalt het totaal aantal begeleidingen lichtjes: 5.585 in 2018 t.o.v. 5.755 in 2017.

Qua leeftijdsgroepen blijft de relatieve verdeling stabiel. De daling komt voor bij elke leeftijdscategorie.

Dagopvang schoolaanvullend

Referentietabel 153 & 154: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC functie schoolaanvullende en schoolvervangende dagopvang (teleenheid: kind of jongere maakt minstens 1 keer gebruik van functie begeleiding) (Bron: VAPH)

Referentietabel 153 & 154: aantal ondersteunde kinderen en jongeren door een MFC functie schoolaanvullende en schoolvervangende dagopvang
(teleenheid: kind of jongere maakt minstens 1 keer gebruik van functie begeleiding) (Bron: VAPH)

2018 toont dezelfde trend als 2017. Het totale aantal daalt licht: van 9.444 in 2017 naar 9.386 in 2018.

Net als vorig jaar dalen alle leeftijdscategorieën, behalve de categorie 18-25 jaar.

Dagopvang schoolvervangend

Ten opzichte van 2017 stijgt de functie dagopvang schoolvervangend. Dat is vooral toe te schrijven aan de groei bij de groep 18-21 jaar. De andere leeftijdscategorieën stagneren of dalen (6-11-jarigen).

Net zoals in 2017 gaat het dus nog steeds om een hoog aantal kinderen en jongeren bij schoolvervangende dagopvang, met als mogelijke verklaringen:

  • Een aantal gebruikers gaat nooit naar school (vrijstelling van leerplicht).
  • Een groep jongeren is geschorst of kan om een andere reden tijdelijk niet naar school.
  • Alle werkingen met een geïntegreerd aanbod worden als schoolvervangende dagopvang geregistreerd (bv. verregaande samenwerking tussen school en MFC, waar bv. ook begeleiders mee participeren in de lessen).
  • Er zijn combinaties tussen schoolaanvullende en schoolvervangende dagopvang mogelijk.

Persoonlijke-assistentiebudget

Een grote groep (ouders van) kinderen en jongeren met een handicap verkiest om geen of slechts minimaal gebruik te maken van het aanbod van de voorzieningen. Zij verkiezen de ondersteuning thuis te organiseren. Om ook aan hun vraag tegemoet te komen, is het persoonlijke-assistentiebudget (PAB) ontwikkeld.

Referentietabel 157: aantal actieve budgethouders PAB op 31/12/2018 (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: VAPH)

Referentietabel 157: aantal actieve budgethouders PAB op 31/12/2018
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: VAPH)

Er zijn op 31 december 2018 in totaal 879 actieve PAB-budgethouders tot en met 21 jaar.

Dat is een sterke stijging in vergelijking met 2017 (679). Dat is te verklaren door de keuze van het persoonsvolgend inzetten van het uitbreidingsbeleid voor NRTH minderjarigen in 2018.

Het hoogste aantal PAB-gebruikers bevindt zich nog steeds in de leeftijdsgroep 12-17 jaar (384 personen), al is er een relatieve daling ten aanzien van het totale aantal budgethouders in vergelijking met 2017.

Er is quasi een verdubbeling van het aantal budgethouders in de leeftijdsgroep 18-21 jaar (167 versus 87 in 2017). Dat komt omdat in 2017 nog tot maximaal 18 jaar een PAB-budget werd toegekend. Vanaf 2018 is de grens verlegd naar 22 jaar.

De groep met het laagste aantal PAB-gebruikers is 0-5 jaar. Deze groep kent een lichte relatieve stijging in vergelijking met 2017.

Individuele materiële bijstand

Referentietabel 160: aantal minderjarigen met een positieve beslissing IMB 2018 (teleenheid: unieke minderjarigen)

Referentietabel 160: aantal minderjarigen met een positieve beslissing IMB 2018
(teleenheid: unieke minderjarigen)

De grafiek toont per leeftijdscategorie hoeveel minderjarigen tussen 1 januari en 31 december 2018 een goedkeuring krijgen voor de tegemoetkoming voor een hulpmiddel of een aanpassing.

Deze cijfers bevatten geen goedkeuringen voor doventolkuren in de leefsituatie, noch voor vervoers- en verblijfskosten voor het volgen van gewoon onderwijs.

De cijfers tonen over het geheel genomen een lichte toename van het aantal goedkeuringen ten opzichte van 2017.

Onvervulde hulp

Wachtenden binnen VAPH

Referentietabel 110: wachtenden NRTJ hulp naar leeftijd (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: INSISTO)

Referentietabel 110: wachtenden NRTJ hulp naar leeftijd
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: INSISTO)

De grafiek toont een stijging in elke leeftijdscategorie van het aantal wachtenden.

De grootste stijging is terug te vinden binnen de leeftijdscategorie van 12-17 jaar (van 1.206 jongeren naar 1.227, of +1,74%).

Procentueel gezien vindt de grootste stijging plaats bij de categorie 22-25 jaar. Waar deze categorie in 2017 slechts 2 jongeren telde, zijn daar in 2018 24 jongeren bijgekomen.

Referentietabel 112: wachttijd wachtenden NRTJ hulp voorzieningen (teleenheid: unieke kinderen en jongeren en dagen) (Bron: INSISTO)

Referentietabel 112: wachttijd wachtenden NRTJ hulp voorzieningen
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren en dagen) (Bron: INSISTO)

De wachttijd van de wachtenden in verschillende categorieën daalt, behalve bij:

  • de jongeren die langer dan een jaar moeten wachten (+2,56%),
  • de jongeren die tussen de 7 en 9 maanden moeten wachten (+0,2%).

Organisatie voor bijzondere jeugdzorg

Wie zijn ze?

Aangezien een verblijfsmodule altijd wordt ingezet in combinatie met een module contextbegeleiding, zijn quasi alle dossiers in dit hoofdstuk steeds een mengvorm van rechtstreeks toegankelijke en niet-rechtstreeks toegankelijke modules. Dit met uitzondering van dossiers waar contextbegeleiding kortdurend intensief en contextbegeleiding in functie van autonoom wonen zijn ingezet. Deze modules contextbegeleiding zijn niet-rechtstreeks toegankelijk en kunnen afzonderlijk worden ingezet.

De grafiek toont het aantal unieke minderjarigen met leeftijd bij opstart van het dossier.

Referentietabel 30: aantal kinderen en jongeren in OVBJ - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 30: aantal kinderen en jongeren in OVBJ - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

In 2018 zijn 1.890 dossiers afgesloten binnen de organisaties voor bijzondere jeugdzorg (OVBJ) met minimaal 1 niet-rechtstreeks toegankelijke module. Dit voor 1.810 unieke kinderen en jongeren. Dat betekent dat een klein deel van hen twee of meerdere dossiers heeft in het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod van de OVBJ. Na een stijging in 2017, is er in 2018 een daling van 7% (aantal dossiers) en 8% (aantal minderjarigen).

De meeste kinderen en jongeren die niet-rechtstreeks toegankelijk aanbod nodig hebben binnen een OVBJ, zijn tussen 12 en 17 jaar bij instroom in de organisatie (70%), een stijging met 6% t.o.v. 2017. Ook in de categorie 18-21 jaar is er een lichte stijging. Het aandeel 0-11 jaar neemt af.

Wat krijgen ze?

De gemiddelde begeleidingsduur van de afgesloten dossiers met minimaal 1 niet-rechtstreeks toegankelijke module bij een OVBJ is 668 dagen (22 maanden), dit is identiek aan 2017. De begeleidingsduur per categorie is gelijklopend met 2017. Er is wel een kleine stijging van dossiers met een begeleidingsduur van minder dan 2 maanden (van 9,5% naar 12%). Een daling zit bij de dossiers met een duurtijd van langer dan 6 maanden.

Aangezien deze dossiers zowel rechtstreeks toegankelijke als niet-rechtstreeks toegankelijke modules bevatten, worden beide in deze tabel getoond. Zo worden hier ook modules dagbegeleiding in groep en ondersteunende begeleiding weergegeven, wanneer deze worden ingezet in een dossier waar in de loop van het traject ook niet-rechtstreeks toegankelijke modules nodig waren voor het kind of de jongere.

Referentietabel 33: gemiddelde duur in dagen per typemodule in OVBJ - NRTJ (van afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 33: gemiddelde duur in dagen per typemodule in OVBJ - NRTJ (van afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

De module contextbegeleiding laagintensief wordt het meest ingezet in deze dossiers (54%) en het vaakst gecombineerd met de verblijfsmodules. De module contextbegeleiding in functie van autonoom wonen wordt in 32% van de dossiers ingezet. De meeste modules worden afgerond tussen 6 maanden en 1 jaar.

In een dossier kunnen modules afgerond worden om na een tijdelijke inzet van een andere (combinatie van) module(s) terug te worden ingeschakeld. Deze flexibiliteit heeft impact op de gemiddelde begeleidingsduur.

Capaciteit

Voor de erkende capaciteit en de bezettingsgraad wordt verwezen naar de toelichting bij het hoofdstuk RTJ.

Pleegzorg

Wie zijn ze?

In 2018 zijn 739 dossiers afgesloten binnen de diensten voor pleegzorg met minimaal 1 niet-rechtstreeks toegankelijke module. Dit voor 729 unieke pleegkinderen en -gasten, wat betekent dat een klein deel van hen twee of meerdere dossiers heeft in het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod van de diensten voor pleegzorg.

Referentietabel 37: aantal pleegkinderen en -gasten in pleegzorg - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) met leeftijd bij opstart van het dossier (teleenheid: unieke pleegkinderen en -gasten) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 37: aantal pleegkinderen en -gasten in pleegzorg - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) met leeftijd bij opstart van het dossier
(teleenheid: unieke pleegkinderen en -gasten) (Bron: Domino-Binc)

De meeste pleegkinderen en -gasten die een aanbod nodig hebben binnen het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod van de diensten voor pleegzorg, zijn tussen 12 en 17 jaar (39,5%) of tussen 0 en 5 jaar (32%) bij instroom in pleegzorg. Dit is verschillend van de instroomleeftijd in het RTJ aanbod van pleegzorg, waar het zwaartepunt duidelijk bij de 0-5 jarigen ligt.

Wat krijgen ze?

De gemiddelde begeleidingsduur van de afgesloten dossiers met minimaal 1 niet-rechtstreeks toegankelijke module bij een dienst voor pleegzorg is 1.517 dagen. Na de forse stijging in 2017, is de begeleidingsduur weer vergelijkbaar met die van 2016.

De percentages per categorie zijn vergelijkbaar met 2017, al is er een kleine verschuiving naar de langere begeleidingsduur (4 maanden tot 2 jaar).

Referentietabel 40: gemiddelde duur in dagen per typemodule in pleegzorg – NRTJ (van afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 40: gemiddelde duur in dagen per typemodule in pleegzorg – NRTJ (van afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Aangezien deze dossiers zowel rechtstreeks toegankelijke als niet-rechtstreeks toegankelijke modules bevatten, worden beide in de tabel getoond. Elke verblijfsmodule van pleegzorg wordt gecombineerd met een begeleidingsmodule. Het aantal begeleidingsmodules moet in principe gelijk zijn aan het aantal verblijfsmodules binnen een bepaalde typemodule (bv. het aantal dossiers begeleiding ondersteunende pleegzorg is de som van de aantallen binnen ondersteunend – korte duur en deze van ondersteunend lage frequentie). Indien hier toch verschillen zijn (bv. het verschil tussen het aantal dossiers bij begeleiding crisispleegzorg en bij verblijf crisispleegzorg), is dat enkel te wijten aan een registratiefout.

Behandelingspleegzorg wordt steeds ingezet in combinatie met een perspectiefzoekende of een perspectiefbiedende module. De meeste modules perspectiefzoekende pleegzorg worden afgerond tussen 6 maanden en 1 jaar, wat ook de bedoeling is van deze module. De modules perspectiefbiedende pleegzorg hebben de langste verblijfsduur. Deze modules hebben als doel continuïteit te geven aan het pleegkind of de pleeggast, en worden dan ook langdurig ingezet.

Perspectiefbiedende pleegzorg wordt het meest ingezet, daarna volgt perspectiefzoekende pleegzorg.

Centra integrale gezinszorg

Wie zijn ze?

In 2018 zijn 110 dossiers afgesloten binnen het niet-rechtstreeks toegankelijke aanbod van de centra integrale gezinszorg (CIG). Dit voor evenveel unieke kinderen en jongeren.

53% van de kinderen en jongeren die een niet-rechtstreeks toegankelijk aanbod nodig hebben binnen een CIG, zijn tussen 0 en 5 jaar bij instroom in de organisatie. Dit is een duidelijke daling t.o.v. 2017. Vooral de instroom van ‘ongeboren kinderen’ is gestegen: van 1% in 2017 tot 11% in 2018. 4,5% is ‘onbekend’. Het gaat hier weliswaar over kleine absolute waarden.

Referentietabel 43: aantal kinderen en jongeren in CIG - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) met leeftijd bij opstart van het dossier (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 43: aantal kinderen en jongeren in CIG - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) met leeftijd bij opstart van het dossier
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Wat krijgen ze?

De gemiddelde begeleidingsduur van de afgesloten dossiers met minimaal 1 verblijfsmodule in het dossier bij een CIG is 333 dagen (t.o.v. 322 in 2017):

  • 28% van de dossiers wordt afgesloten tussen de zes maanden en een jaar na opstart
    (31% in 2017);
  • 31% van de dossiers duurt langer dan een jaar, waarvan 10% langer dan 2 jaar
    (vergelijkbaar met 2017).
Referentietabel 46: gemiddelde duur per typemodule in CIG – NRTJ (van afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 46: gemiddelde duur per typemodule in CIG – NRTJ (van afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Opmerkelijk is de stijging dossiers met een duurtijd van 0-28 dagen (12% t.o.v. 2% in 2017, maar het gaat hier over kleine absolute getallen).

Aangezien deze dossiers zowel rechtstreeks toegankelijke als niet-rechtstreeks toegankelijke modules bevatten, worden beide in de tabel getoond. Een dossier kan meerdere modules bevatten, daarom is de som van de aparte categorieën niet gelijk aan het totaal en zijn de percentages opgeteld niet 100%.

Een derde van de modules wordt afgerond tussen de zes en twaalf maanden (35,5%). De module verblijf in functie van gezinsopname kan ingezet worden voor minderjarigen die mee verblijven in het CIG bij een ander gezinslid voor wie een niet-rechtstreeks toegankelijke verblijfsmodule wordt ingezet. Deze module is in 3% van de dossiers ingezet.

Capaciteit

Zie de toelichting bij hoofdstuk RTJ CIG.

Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra

Onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra (OOOC) zijn erkend voor de modules:

  • handelingsgerichte diagnostiek,
  • verblijf in het kader van diagnostiek met gemiddeld een tot drie nachten,
  • verblijf met gemiddeld vier tot zeven nachten,
  • kortdurend crisisverblijf.

Alle dossiers stromen in via de toegangspoort, aangezien de modules niet-rechtstreeks toegankelijk zijn. Met uitzondering van de crisisdossiers, die stromen in via het crisismeldpunt of de time-out-dossiers, waarbij tussen voorzieningen afspraken worden gemaakt voor tijdelijke opvang van een minderjarige.

Referentietabel 52: aantal kinderen en jongeren in OOOC - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren met leeftijd bij opstart van dossier) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 52: aantal kinderen en jongeren in OOOC - NRTJ per leeftijdscategorie (afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren met leeftijd bij opstart van dossier) (Bron: Domino-Binc)

Wie zijn ze?

Voor de OOOC zijn er 1.514 unieke minderjarigen geregistreerd in 2018 (ten opzichte van 1.829 dossiers)1. Deze verhouding toont dat een relatief grote groep minderjarigen twee of meer (opeenvolgende) dossiers heeft binnen een OOOC. Vergeleken met 2017 is er een daling van 3%, zowel wat aantal dossiers als aantal unieke minderjarigen betreft.

63% van de kinderen en jongeren die een beroep doen op een aanbod van een OOOC, zijn tussen 12 en 17 jaar bij instroom in de organisatie. 27% is tussen 6 en 11 jaar. De cijfers blijven min of meer gelijk ten opzichte van 2017, met enkel een lichte daling voor de leeftijdscategorie 12-17 jaar.

Wat krijgen ze?

De gemiddelde begeleidingsduur van de afgesloten dossiers binnen een OOOC (NRTJ) is 125 dagen, dit is iets langer dan in 2017 (118 dagen). 73% van de dossiers heeft een (vooropgestelde) begeleidingsduur van maximaal 4 maanden. Dit percentage neemt licht af (75% in 2017). Het percentage dossiers met een duurtijd van 4 maanden tot een jaar neemt licht toe.

In principe zouden crisisdossiers en dossiers met een regulier aanbod in de OOOC als aparte dossiers geregistreerd moeten worden. Uit de registratie blijkt dat dit niet steeds zo gebeurt. Dit maakt dat in deze tabel zowel crisis- als reguliere modules worden getoond. De crisismodules hebben uiteraard steeds een korte duurtijd. De module diagnostiek wordt het vaakst ingezet, aangezien elke verblijfsmodule gecombineerd wordt met een module diagnostiek en ook afzonderlijk inzetbaar is.

Referentietabel 54: gemiddelde duur in dagen per typemodule in OOOC – NRTJ (van afgesloten dossiers) (teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 54: gemiddelde duur in dagen per typemodule in OOOC – NRTJ (van afgesloten dossiers)
(teleenheid: unieke kinderen en jongeren) (Bron: Domino-Binc)

De duurtijd van de modules is vergelijkbaar met de duurtijd in 2017. Bijna de helft van de modules (47%) heeft een duurtijd van 2 tot 4 maanden. 37% van de modules wordt afgerond tussen 1 en 2 maanden.

Capaciteit

De erkende capaciteit voor de OOOC wordt uitgedrukt in inzetbare modules. De typemodule diagnostiek kent een uitbreiding van 3 modules in functie van één gezin één plan.

Referentietabel 47: erkende capaciteit in modules OOOC (teleenheid: aantal erkende modules) (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 47: erkende capaciteit in modules OOOC
(teleenheid: aantal erkende modules) (Bron: Domino-Binc)

De bezettingsgraad geeft aan in welke mate de totale capaciteit van een module daadwerkelijk bezet wordt gedurende een bepaalde periode. Dit percentage wordt bepaald door de effectieve inzet te delen door de beschikbare capaciteit in die periode.

De gemiddelde bezetting van de OOOC is 89%. De bezetting blijft stabiel over de jaren. De bezetting van de module diagnostiek stijgt met 1% en de bezetting van de module verblijf daalt met 3% t.o.v. 2017.

Referentietabel 48: bezetting OOOC (Bron: Domino-Binc)

Referentietabel 48: bezetting OOOC
(Bron: Domino-Binc)

Bekijk de vergelijkende tabellen met vorig jaar

____________________________________________________

1 Een dossier is een aaneengesloten periode van hulpverlening in eenzelfde voorziening voor een kind of jongere. Deze kan opeenvolgend of tegelijk in verschillende organisaties meerdere dossiers hebben. Vandaar dat het zinvol is te kijken naar zowel het aantal unieke minderjarigen (op basis van rijksregisternummer) die zijn geregistreerd als het aantal dossiers.