Contact  |

Wie krijgt hulp?

Aantal unieke kinderen en jongeren dat jeugdhulp krijgen (2019-2021)

Jeugdhulp kan het verschil betekenen voor veel kinderen en jongeren. Eigen aan het landschap is dat er veel diverse vormen van hulp en ondersteuning zijn die ook gecombineerd kunnen worden; Van een laagdrempelig consult, over begeleiding tot langdurig verblijf. Dit wordt georganiseerd door diverse actoren en sectoren.

Voor dezelfde jongere lopen soms diverse vormen van ondersteuning (in verschillende sectoren), waardoor cijfers niet altijd opgeteld kunnen worden.

0-25 jaar

Onderstaande grafiek belicht het aantal unieke kinderen en jongeren tussen 0 en 25 jaar per sector.
De grootste sectoren zijn de voorzieningen van het Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en de voorzieningen jeugdhulp van Opgroeien (het vroegere Jongerenwelzijn, exclusief pleegzorg) met in 2021 respectievelijk 27.096 (2020: 26.422) en 18.717 kinderen en jongeren die bereikt worden (2020: 18.069)

Het gaat bij het VAPH om zowel Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH, 0-21 jaar), de multifunctionele centra (MFC), individuele materiële bijstand (IMB) en de persoonlijke assistentiebudgetten (PAB). Meer info kan u vinden bij de thematische cijfers: Kinderen en jongeren met een handicap | Jaarverslag Jeugdhulp
Bij voorzieningen jeugdhulp Opgroeien zitten de onthaal-, observatie- en oriëntatiecentra (OOOC), de organisaties voor bijzondere jeugdzorg (OVBJ), de centra integrale gezinszorg (CIG), crisishulp aan huis (CaH), de centra kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG), de voorzieningen voor gedrags- en emotionele stoornissen plus (combinatie complexe problematieken) (Ges+) en de observatie- en behandelcentra (OBC). Het aparte cijferrapport 2021 over deze voorzieningen kan u hier vinden.

Regionale en demografische gegevens

Via deze grafiek kan u ook de regionale bereikgegevens vinden, per provincie (waarbij Brussel om technische redenen bij Vlaams-Brabant is geteld) en per regio 1Gezin1Plan, indien beschikbaar.

Ook wordt het bereik afgezet tegenover de demografische gegevens van alle kinderen en jongeren in Vlaanderen, waarbij voor Brussel de geldende norm van 30 procent Nederlandstaligen wordt geteld, en dit ter indicatie. In totaal komen we zo aan ongeveer 1.924.000 kinderen en jongeren tussen 0 en 25 jaar (905.000 0-12 jarigen; 476.000 12-18 jarigen en 543.000 18-25 jarigen). Of afgerond een kleine 2 miljoen. Het bereik van de verschillende vormen jeugdhulp schommelt daardoor tussen de 0,05 en 1,44 procent.

Noot: De observatie- en behandelcentra (OBC) en de GES+ voorzieningen zijn in de loop van 2020 van het VAPH naar Opgroeien overgeheveld. Ook de werking van de CKG wordt sinds 2020 mee bij de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien geregistreerd. Dat verklaart een aantal schommelingen in de cijfers van 2019 en 2020.
Noot: Het datawarehouse dat het aantal kinderen en jongeren bij de CGG's bijhoudt, kende een update. Kleinere verschillen met eerder gepubliceerde cijfers zijn mogelijk.

VAPH en Jeugdhulp Opgroeien

In vergelijking met 2020 valt de stijging op in bereik voor de voorzieningen bij het VAPH. Dat heeft in grote mate te maken met de stijging van het aantal toegekende Persoonlijke Assistentiebudgetten, (PAB). Cijferrapporten over de diensten van het VAPH kan u hier vinden. Bij de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien is er ook een lichte toename, te verklaren door inzet van extra modules bij de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp.

Pleegzorg

Pleegzorg wordt hier apart vermeld, maar behoort ook tot de voorzieningen jeugdhulp Opgroeien. Ondanks twee lastige coronajaren valt hier de verdere stijging op van het aantal unieke kinderen, jongeren en pleeggasten dat via pleegzorg wordt begeleid: van 8.863 in 2019 naar 9.914 in 2021.

Andere sectoren

De centra algemeen welzijnswerk (CAW) (2021, cijfers begeleiding: 6.916; 2020: 5.753) begeleiden ook kinderen en jongeren met een hulpvraag. De stijging van het aantal jongeren bij de CAW is te verklaren door het ruimere aanbod dat de centra konden genereren dankzij een aantal ESF-projecten. Meer middelen is meer personeel en geeft een groter aanbod. Anderzijds zien we ook het effect van het lopende traject van de kindreflex waardoor de aandacht voor en de registratie van kinderen accurater gebeurt.
Daarnaast spelen ook de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK, cijfers reguliere werking, 2021: 13.671, 2020: 13.051) een belangrijke rol in het jeugdhulplandschap.
Het aantal kinderen en jongeren begeleid door de kinder- en jongerenteams van de centra geestelijke gezondheidszorg (CGG) is gestegen tussen 2020 en 2021, na eerdere daling tussen 2019 en 2020.
Tenslotte valt op dat het aantal jongeren in een gesloten jeugdinstelling (bij de gemeenschapsinstellingen (GI) van Opgroeien) relatief beperkt is: 1.142. (1.067 in 2020). Daar gaat het om jongeren waarvan de jeugdrechter een gesloten opvang als allerlaatste optie nodig acht omwille van een delict of een heel moeilijke thuissituatie. Meer specifieke cijfers over de gemeenschapsinstellingen kan u hier vinden: Jeugddelinquentie | Jaarverslag Jeugdhulp

Noot: Cijfers voor 2018 en vroeger zijn bij de betrokken sectoren niet meegenomen wegens soms een andere registratiemethode en dan moeilijk met elkaar te vergelijken.
Noot: Cijfers van de vertrouwenscentra kindermishandeling (VK) slaan op de reguliere werking. Een vertrouwenscentrum biedt advies, ondersteuning en hulp bij (vermoedens van) kindermishandeling. Een vertrouwenscentrum kan ook een opdracht Maatschappelijke Noodzaak (MaNo) krijgen, voorzien binnen de werking van integrale jeugdhulp.
Noot: de regionale cijfers van de CAW en de CGG hebben betrekking op de regionale vestiging van de centra waar de jongere wordt ondersteund. Bij VAPH en Opgroeien gaat het om de domicilie van de jongere.

 

Aantal unieke kinderen en jongeren per geslacht (2019-2021)

De grafiek is opgemaakt in procenten. Alle sectoren, ongeacht hun capaciteit, zijn op 100 procent gezet. Er zijn opvallend meer jongens dan meisjes bij de voorzieningen van VAPH en de gesloten jeugdinstellingen (GI). Bij het CAW zien we dan weer meer meisjes dan jongens. In vergelijking met 2020 zien we bij de CGG voor 2021 dat de stijging van het aantal meisjes ten aanzien van het aantal jongens zich nu in alle provincies heeft doorgetrokken.

 

 

Noot: bij laagdrempelige hulpverlening (bijv chat via VK) wordt niet altijd het geslacht geregistreerd, vandaar het balkje 'onbekend'.
Ter vergelijking: hieronder de verhouding van het aantal meisjes en jongens voor heel Vlaanderen (en Nederlandstalig Brussel met de norm van 30 procent Nederlandstaligen). Verhouding is 49 procent meisjes en 51 procent jongens.

Verhouding meisjes - jongens, volledige bevolking 0-25 jaar

 

Aantal unieke kinderen en jongeren per leeftijd (2019-2021)

De jeugdhulp is er voor kinderen en jongeren van 0 tot 25 jaar. Onderstaande grafiek geeft verhoudingsgewijs per sector de verdeling aan per leeftijd, met uitzondering voor de CGG. De grafiek is opgemaakt in procenten. Alle sectoren, ongeacht hun capaciteit, zijn op 100 procent gezet.
Alle sectoren en hulpvormen richten zich tot alle leeftijden, behalve de gemeenschapsinstellingen. Een jongere kan pas in een (gesloten) gemeenschapsinstelling (GI) geplaatst worden vanaf de leeftijd van 12 jaar, daar is de overgrote meerderheid (81 procent) tussen de 15 en 17 jaar. Opvallend: ruim 40 procent van het aantal unieke kinderen en jongeren die de CAW bereikt is 18 plus. Die centra spelen een belangrijke rol in het begeleiden van jongvolwassenen (met onder meer hun deelwerking Jongeren Advies Centrum (JAC)). Er vallen weinig opvallende verschillen te noteren tussen 2020 en 2021.

 

Noot: bij laagdrempelige hulpverlening (bijv chat via VK en CAW) wordt niet altijd de leeftijd geregistreerd, vandaar de balkjes 'onbekend'.

Ter vergelijking: de leeftijdsverdeling van de totale groep kinderen en jongeren (0-25 jaar) in Vlaanderen (en Nederlandstalig Brussel - met de norm van 30 procent Nederlandstaligen) 

Leeftijdsverdeling, volledige bevolking 0-25 jaar

 

Totale bereik jeugdhulp Opgroeien (2020-2021)

Omwille van aparte registratiesystemen in diverse betrokken sectoren is het nog niet mogelijk om een volledig en zuiver beeld te geven van het aantal unieke jongeren die de jeugdhulp in zijn totaliteit bereikt.
De fusie biedt Opgroeien (het vroegere Jongerenwelzijn samen met Kind en Gezin) nu wel voor het eerst de mogelijkheid om een aantal gegevens binnen het nieuwe agentschap te bundelen. Het is een eerste, zij het nog altijd onvolledige, stap richting geïntegreerde intersectorale gegevens over het totale bereik.
In totaal kwamen in 2021 56.671 unieke kinderen en jongeren tussen 0-25 jaar in contact met Opgroeien voor jeugdhulp, of ongeveer 2,94 procent van de totale populatie tussen 0 en 25 jaar. (in 2020: 50.628, zonder de Naadloze Flexibele Trajecten die in 2020 nog niet werden meegeteld.)
Het gaat om alle kinderen en jongeren die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 een lopend ‘dossier' had bij ofwel een voorziening jeugdhulp, pleegzorg, een gemeenschapsinstelling (GI), een ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ), een sociale dienst jeugdrechtbank (SDJ), of gekend was bij de intersectorale toegangspoort (ITP), de crisismeldpunten (CMP), bij cliëntoverleg en bemiddeling of de Naadloze Flexibele Trajecten (NAFT).
Crisisjeugdhulp, toegang tot niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (via ITP) en cliëntoverleg zijn intersectoraal ingebed en ontsluiten al een stukje een intersectoraal cijfer jeugdhulp.

De overgrote meerderheid (60 procent) heeft een lopend dossier bij slechts 1 actor; 23 procent bij twee en 5,6 procent bij drie.

Met welke actoren kwamen deze kinderen en jongeren in contact?  

  • 31.638 (55 procent) kinderen en jongeren werden aangemeld voor verontrusting bij een ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ) of hebben een lopend traject bij een OCJ of sociale dienst jeugdrechtban (SDJ). (in 2020: 28.727; 56,74%)
  • 18.680 (32 procent) kinderen en jongeren kregen hulp van een voorziening Jeugdhulp Opgroeien (rechtstreeks en niet rechtstreeks toegankelijk bij OVBJ, CaH, OBC, Ges+, CIG, CKG). (in 2020: 25.820, inclusief pleegzorg.)
  • 17.496 (30,8 procent) kinderen en jongeren waren gekend bij de intersectorale toegangspoort omdat ze een vraag stelden naar hulp, een opstart kenden of op 31/12 op de wachtlijst stonden. (In 2020: 16.922; 33,42%)
  • 9.913 (17,5 procent) kinderen en jongeren kregen hulp bij pleegzorg. (in 2020 samengenomen met voorzieningen Jeugdhulp Opgroeien)
  • 5.422 (9,5 procent) kinderen en jongeren zijn gekend bij een dienst voor herstelgerichte en constructieve afhandeling (HCA) op basis van een delict. (In 2020: 5011; 9,90%)
  • 5.144 (9,1 procent) kinderen en jongeren waren aangemeld bij een crisismeldpunt waarvan ingeschat werd dat crisisjeugdhulp nodig was. (in 2020: 4.364; 8,62%)
  • 2.888 (5,1 procent) kinderen en jongeren zijn gekend bij voorzieningen die Naadloze Flexibele Trajecten (NAFT) aanbieden. (in 2020 niet opgenomen in deze cijfers)
  • 1.523 (2,7 procent) jongeren werden aangemeld bij het Centraal Aanmeldpunt (CAP) en verbleven (al dan niet) in een gemeenschapsinstelling (op time-out of regulier). (In 2020: 1.475; 2,91%)
  • 508 (0,9 procent) jongeren werden aangemeld voor een cliëntoverleg/bemiddeling of hadden een nog lopend overleg/bemiddeling. (In 2020: 418; 0,83%)

 

Bronnen:
VAPH: geïntegreerde registratietool, VZ Jeugdhulp Opgroeien: BINC, CKG: Registratiesysteem CKG’s, VK: Registratiesysteem VK’s, CGG: Beleidsinformatie Zorg en Gezondheid, CAW: We-dossier, GI: DOMINO