Contact  |

Bemiddeling en cliëntoverleg

Bemiddeling in de jeugdhulp

Inleiding 

Een goede relatie tussen hulpverlener en hulpvrager is een kritieke succesfactor voor continuïteit en een goed verloop van hulpverlening. Ook de verstandhouding tussen ouder(s) en minderjarigen heeft een niet te miskennen impact.

Soms loopt de hulpverlening vast of is er een conflict dat maakt dat de hulp niet opgestart geraakt. Een jongere, zijn ouders en de hulpverleners geraken het bijvoorbeeld niet eens over wat er moet gebeuren. Of er is een conflict tussen een jongere en zijn ouders, waar geen gesprek meer mogelijk lijkt. Het kan dan gaan om meningsverschillen tussen ouders en kinderen over de gewenste hulpverlening of het verloop ervan, of om meningsverschillen tussen hulpverleners en minderjarigen of ouders over het verloop en het opzet van hulpverlening. Dan wordt er best naar een oplossing gezocht. Om breuken in de hulpverlening te vermijden, kunnen zowel jongeren, ouders als hulpverleners een beroep doen op een onafhankelijke bemiddelaar. 

Bemiddeling herstelt de dialoog tussen jongeren, ouders, opvoedingsverantwoordelijken en betrokken hulpverleners met het oog op het oplossen of hanteerbaar maken van conflicten, zodat de verdere hulpverlening niet in het gedrang komt of wordt stopgezet. 

Dit proces wordt op gang getrokken door een onafhankelijke, onpartijdige derde: de bemiddelaar. Zijn interventie laat toe dat partijen een eigen oplossing vinden voor hun conflict.

Cijfers  

Het totaal aantal ontvankelijke aanvragen blijft over jaren heen min of meer stabiel. In 2021 ontvingen we 81 ontvankelijke aanmeldingen voor bemiddeling. Dit resulteerde in 72 bemiddelingstrajecten. Van deze trajecten werden 44 trajecten volledig doorlopen. We stellen echter vast dat bemiddeling een ruimer effect heeft op de continuïteit van hulpverlening. Door in te zetten op communicatie werd in 61 trajecten de hulp gecontinueerd (= hulp loopt verder of werd aangepast), ook al werden deze trajecten niet allemaal volledig doorlopen. 11 trajecten resulteerden alsnog in een stopzetting.

We merken op dat alle afgesloten trajecten niet per definitie ook aangemeld werden in 2021. Bemiddelingsgesprekken aangemeld in voorgaande jaren en afgerond in 2021 maken hier ook deel vanuit. 

Ontvankelijke aanmeldingen bemiddeling, per regio (2015-2021)

Bemiddelingstrajecten per regio (2016-2021)

Reden voor bemiddeling

64,3% (n=54) van het aantal aangevraagde bemiddelingen gaat over een conflict in lopende hulpverlening. Daarnaast stellen we ook vast dat voor 2021 in 22,6% (n= 19) van de aanvragen het conflict betrekking had op een eenzijdige stopzetting, een lichte toename t.o.v. 2020.

In 23,6% (n= 17) van de gestarte bemiddelingen komt de aanvraag rechtstreeks van jongeren of ouders zelf. Voorzieningen Jeugdhulp Opgroeien (48,6%, n= 35) en voorzieningen VAPH (13,9%, n= 10) zijn de grootste aanvragers.

Conclusie  

Bekijken we de cijfers voor 2021 dan kunnen we een aantal voorzichtige conclusies trekken. Eerst en vooral stellen we vast dat het totaal aantal vragen naar bemiddelingen erg laag blijft, dit ondanks het feit dat we over jaren heen duidelijk zien dat het instrument een positief effect heeft op de continuïteit van hulpverlening. We besluiten hieruit dat we meer dan voorheen moeten investeren in communicatie en bekendmaking, zowel naar hulpverleners als rechtstreeks naar cliënten zelf. Verder zien we een aantal opportuniteiten om bemiddeling beleidsmatig te verbinden met andere initiatieven, we denken hierbij aan de JO-lijn, aan het kwaliteitsbeleid van voorzieningen en aan het lopende traject binnen Opgroeien rond gedeelde verantwoordelijkheid.

Het volledige cijferrapport 2021 over bemiddeling kan je hier raadplegen.

Cliëntoverleg Integrale Jeugdhulp

Bij een cliëntoverleg komen ouders, kinderen, jongeren en ook hun sociaal netwerk, samen met de hulpverleners om, in complexere situaties, de ondersteuning en hulpverlening aan een gezin op elkaar af te stemmen en de continuïteit ervan te bewaken. 

Een externe voorzitter, onafhankelijk van de jeugdhulpaanbieders, zit het overleg voor. De hulpvraag of -behoefte van het gezin en de jongere staat centraal en hulpverleners en gezinsleden worden als gelijkwaardige partners betrokken bij het overleg. De vertrouwenspersoon van de minderjarige kan hem op dit overleg bijstaan en voor zijn belangen opkomen, en ook ouders kunnen steunfiguren meenemen. 

Cliëntoverleg leidt vanuit participatief werken tot een tastbaar resultaat: een werkplan op maat en een hulpcoördinator. Het werkplan vermeldt concreet wie wat doet: wat neemt de jongere, zijn context en zijn netwerk op, en waarvoor is professionele hulp nodig. De hulpcoördinator is het centraal aanspreekpunt voor de jongere en zijn context wanneer ze vragen hebben bij het werkplan. Hij volgt op en stemt waar nodig af. 

Cliëntoverleg wordt ook ingezet als instrument voor trajectopvolging. Een hulpcoördinator kan steeds een vervolgoverleg aanvragen en zo, in samenspraak met ouders en jongeren, het plan monitoren, verder verfijnen, en bijsturen waar nodig.

Wat leren we uit de cijfers? 

Cliëntoverleg bestaat al sinds 2008 (cijfers vanaf 2015 zie onderstaande tabel). In 2021 registreerden we 539 ontvankelijke vragen naar cliëntoverleg (stijging van 15% t.o.v. 2020). Deze vragen resulteerden in 458 overlegmomenten (Stijging van 14% t.o.v. 2020).

Bekijken we de verhouding tussen nieuw cliëntoverleg en vervolgoverleg, dan zien we dat op Vlaams niveau 46% (n= 212) van het overleg vervolgoverleg is. Dit heeft te maken met het feit dat één overlegmoment meestal niet volstaat om de complexiteit van de situatie het hoofd te bieden. Maar we vermoeden dat ook de nood aan trajectopvolging hierin mee een rol speelt. Tenslotte durven we met enige voorzichtigheid ook de conclusie trekken dat de algemene tevredenheid bij gebruikers positief is.

Ontvankelijke aanmeldingen cliëntoverleg (2015-2021)

Participatie

Zoals aangegeven vormt participatie van ouders en jongeren een essentieel onderdeel van het concept cliëntoverleg. Willen we ouders en jongeren een gelijkwaardige stem geven, dan is hun aanwezigheid op het overleg erg belangrijk. Zowel de eigen medewerkers, als de voorzitters stimuleren deze aanwezigheid.
Bekijken we de participatiegraad op Vlaams niveau over jaren heen dan stellen we vast dat deze voor ouders schommelt rond een gemiddelde van 75% en met 79,7% (n= 365) in 2021 eerder stabiel blijft. Bekijken we de participatiegraad van jongeren op dezelfde manier dan komen we over jaren heen uit bij een gemiddelde van 48%, maar zien we de laatste jaren wel duidelijk een stijgende lijn.
In 2021 komen we zo voor jongeren uit op 76,4% (n= 350) en stijging van 10% t.o.v. 2020.

Participatiegraad cliëntoverleg ouders en jongeren (in %)

Conclusie 

Cliëntoverleg is een instrument dat breed inzetbaar is en gebruikt wordt om de continuïteit in de jeugdhulp te verbeteren. In samenspraak met ouders en jongeren en de verschillende jeugdhulpaanbieders wordt er een werkplan gemaakt om de hulp te concretiseren en af te stemmen zodat er geen breuken ontstaan. Willen we deze centrale doelstelling nastreven, dan moeten we structureel blijven investeren in cliëntparticipatie.

We stellen vast dat cliëntoverleg vaak gebruikt wordt in de opvolging van cases. Zo komt dit instrument deels tegemoet aan de vraag naar de begeleiding van trajecten via de aanstelling van een hulpcoördinator.

Bekendmaking naar hulpverleners en naar gebruikers van jeugdhulp blijft noodzakelijk en zou systematisch ingepland moeten worden voor maximale effectiviteit.

Het volledige cijferrapport 2021 rond cliëntoverleg kan je hier raadplegen.