Contact |
Over jeugddelinquentie
Op 1 september 2019 trad het nieuwe jeugddelinquentiedecreet gefaseerd in werking. Centraal staan innovatie en een herstelgerichte benadering, waarbij jongeren constructieve mogelijkheden krijgen om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.
In eerste instantie krijgen de parketten en jeugdrechters meer mogelijkheden om vernieuwende ambulante maatregelen op te leggen, waarbij ook de thuiscontext intensief betrokken kan worden. Jongeren kunnen zelf ook, onder begeleiding, een positief project voorstellen als reactie en om de schade te herstellen.
Gesloten opvang is de allerlaatste optie. Ook de mogelijkheden tot gesloten opvang worden in een tweede fase anders georganiseerd en versterkt. Nadruk zal komen op een eerste, snelle inschatting van de situatie in de nieuwe reactie oriëntatie, dit om gesloten opvang in te zetten als het moet en zo kort als mogelijk als het kan.
Wat is het verschil met vroeger?
De vorige wet dateerde van 1965. Het nieuwe jeugddelinquentierecht neemt na meer dan 50 jaar nieuwe inzichten op en legt eigen Vlaamse accenten in de aanpak van delinquente jongeren, zoals de nadruk op herstel en een zo snel mogelijke reactie.
- Voor de jongere moet het van bij aanvang duidelijk zijn wat hem of haar overkomt. Geen vermenging meer tussen de reactie op jeugddelinquentie en de begeleiding van een moeilijke thuissituatie.
- Gefaseerd zullen de gesloten jeugdinstellingen van de Vlaamse overheid (de gemeenschapsinstellingen in Mol, Ruiselede, Wingene, Beernem en Everberg) exclusief voorbehouden blijven voor jongeren die verdacht worden van delicten. Jongeren in een verontrustende situatie (VOS) worden opgevangen door private organisaties, behalve een tijdelijke time-out die nog in een gemeenschapsinstelling zal kunnen.
- Een snellere reactie bijvoorbeeld al op het niveau van het openbaar ministerie als antwoord op delinquent gedrag is effectiever.
- Meer mogelijkheden voor de jongere om zelf initiatief te nemen om het goed te maken.
- Een betere rechtspositie ook voor jongeren die delicten plegen: door heldere en in de tijd afgebakende afspraken en termijnen.
- Nieuw is ook dat de aanpak van jeugddelinquentie meer en beter wetenschappelijk onderbouwd en opgevolgd wordt. De start van het nieuwe decreet wordt opgevolgd vanaf het begin door een wetenschappelijk onderzoek. De bedoeling is van meet af aan zicht te hebben op wat werkt en wat moet bijgestuurd. Hierbij is ook de monitoring van in-, door- en uitstroom binnen de reactie op jeugddelinquentie van groot belang. Door een meer onderbouwd beleid met kerncijfers, krijgen we meer zicht op wat werkt in de reactie op jeugddelinquentie.
Zorgzame transitie in samenwerking met alle partners
Het nieuwe decreet verandert de aanpak van jeugddelinquentie ingrijpend. Die verandering gebeurt gefaseerd en zorgzaam. De uitrol van het decreet is een project voor de komende jaren waarbij overleg, vertrouwen en samenwerking met alle partijen van belang is. De stem van de jongeren zelf, ouders, justitie (jeugdparket en jeugdrechters), gemeenschapsinstellingen en alle organisaties op het terrein is van groot belang.
Omdat een zorgzame transitie noodzakelijk is werden sinds de goedkeuring van het decreet essentiële voorbereidende stappen gezet:
- Een uitbreiding van een innovatieve ambulante aanpak van jeugddelinquentie is toegewezen aan initiatiefnemers in Vlaanderen en Brussel
- Het gaat om een ambulante reactie die op zichzelf kan staan waarbij de minderjarige verdachte niet uit zijn thuis- of opvoedingscontext wordt gehaald. Het is dan mogelijk dat de minderjarige zich naar een voorziening of dienst verplaatst om begeleiding te krijgen, deel te nemen aan een programma, een opleiding te volgen, of iets anders, maar zonder dat hij daar blijft overnachten. Het aanbod kan ook bij hem/haar thuis worden aangeboden. Via deze ambulante reactie kunnen ook de ouders (of opvoedingsverantwoordelijken) actief worden betrokken. De opvolging van en ondersteuning aan ouders kan zo verzekerd worden bij de uitvoering van de opgelegde reactie.
- Een jaar na de implementatie is deze nieuwe aanpak al sterk vertrouwd in Vlaanderen. De ambulante reactie wordt ingezet om te vermijden dat een jongere in een gemeenschapsinstelling wordt geplaatst en/of om er voor te zorgen dat jongere sneller en met begeleiding kunnen uitstromen uit onze gemeenschapsinstellingen.
- Met de 10 Vlaamse diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling werden afspraken gemaakt rond de introductie van het positieve project
- Het positief project is een nieuwe reactie en doet appel op de jonge dader om op een actieve en constructieve wijze zelf antwoorden te geven. De jongere formuleert, onder begeleiding, een voorstel voor een positief project. Het kan gaan over het volgen van een begeleiding met betrekking tot een agressie- of verslavingsproblematiek, het omgaan met druk uit de omgeving, het uitvoeren van een gemeenschapsdienst of bv. vrijwilligerswerk in een ouderenvoorziening of groendienst.
- Ook de bestaande goede praktijken zoals het herstelgericht groepsoverleg (Hergo), gemeenschapsdienst en bemiddeling blijven behouden en kunnen ingezet worden als maatregel.
- De herstelgerichte en constructieve focus van het decreet geeft ook mogelijkheden om na een aanvankelijke en tijdelijke gesloten begeleiding duurzame perspectieven te bieden aan minderjarigen gericht op herstel en het opnemen van eigen initiatief, dit ook in de fase ten gronde.
Om een zo vlot mogelijke overgang van het oude naar het nieuwe systeem te garanderen is er tevens intensief overleg en samenwerking met de jeugdmagistratuur.
Doelgroep: jongeren die delicten plegen
Het decreet regelt de reacties op jongeren die tussen 12 en 18 jaar oud zijn waarop ze een delict plegen of daarvan worden verdacht. Nieuw is de maximumleeftijd tot wanneer de reactie kan lopen. Die wordt nu op 23 jaar gelegd voor een ambulante reactie en 25 jaar voor de gesloten opvang. Zo wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van jongeren. Door een betere afstemming met de jeugdhulp, kunnen ook jongvolwassenen na hun 18de verjaardag nog worden begeleid.
Gesloten opvang: vernieuwde invulling
De tweede fase van het decreet (en dit uiterlijk tegen september 2022) voorziet in de implementatie van het delict- en herstelgericht aanbod in de gemeenschapsinstellingen. Zo zal de werking van de gemeenschapsinstellingen opgebouwd worden rond de implementatie van de modules ‘oriëntatie’ en ‘begeleiding 3-6-9 maanden’. Hiermee schrijft het decreet kwaliteitsvolle forensische werking met ruimte voor delict- en herstelgerichte trajecten in een gesloten context in voor jonge delictplegers gericht op reïntegratie en dit gebruik makend van wetenschappelijke onderbouwde inzichten. Ook naar de organisatie van onderwijs in de gemeenschapsinstellingen en het investeren in aangepaste infrastructuur worden verder belangrijke stappen gezet.
De jeugdrechter kan door het nieuwe decreet ook en dit in zeer uitzonderlijke situaties tijdens de definitieve rechtspleging als sanctie vaststellen dat de uitgevoerde maatregel als sanctie volstaat of – in het uitzonderlijke geval van heel ernstige feiten – beslissen tot een gesloten begeleiding in een gemeenschapsinstelling voor maximaal 7 jaar.
Concreet betekent de invoering van deze lange gesloten opvang dat jongeren langer in het circuit van de jeugdrechtbank kunnen blijven en in het aan de leeftijd aangepaste en pedagogische leefklimaat van de gesloten gemeenschapsinstellingen.
De uithandengeving blijft behouden, maar de voorwaarden daartoe worden aangepast en strikter geformuleerd. Bij uithandengeving kunnen jongeren in zeer uitzonderlijke omstandigheden en voor zeer zware delicten – in Vlaanderen gaat het om een tiental gevallen per jaar – vanaf de leeftijd van 16 onder het volwassen strafrecht worden veroordeeld.
Er wordt opgevolgd of het alternatief waarbij jongeren langer in de pedagogisch aangepaste setting verblijven, het aantal jongeren dat uit handen wordt gegeven doet afnemen.
Complementair met integrale jeugdhulp
De organisatie van de gesloten opvang voor diverse doelgroepen in Vlaanderen staat voor ingrijpende veranderingen. Zo zullen jonge delictplegers in een gemeenschapsinstelling worden opgevangen in leefgroepen die uitsluitend voor delictplegers bedoeld zijn. Ze worden dus niet meer gemengd met jongeren die omwille van een verontrustende situatie (VOS) geplaatst zijn.
De reactie op het delict staat het bieden van jeugdhulp niet in de weg. Jonge delictplegers kunnen voor, tijdens of na een reactie, (verder) begeleid worden door de jeugdhulp.
Belang van innovatie en onderbouwd beleid
Met de mogelijkheid tot bijvoorbeeld de videoconferentie, de elektronische monitoring met begeleiding voor minderjarigen introduceert het decreet ook volledig nieuwe mogelijkheden als reactie op jeugddelinquentie.
Het decreet voorziet ook in een driejaarlijkse evaluatie van het decreet en introduceert het principe van wetenschappelijk onderbouwde reacties.
Rechtswaarborgen: de reactie moet vooral duidelijk zijn voor jongeren zelf
Een belangrijke aanbeveling in de voorbereiding van het jeugddelinquentierecht kwam van de jongeren zelf: de reactie op een jeugddelict moet voldoende duidelijk zijn.
Belangrijk is dat er voldoende rechtswaarborgen voor de minderjarigen zijn. Het decreet voorziet in duidelijke termijnen en een afgebakende duur van de reacties en er is gegarandeerde bijstand door een jeugdadvocaat in alle stadia van de procedure.