Contact |
“We kunnen snel schakelen en ‘out of the box’ werken”
Hoe verloopt zorggarantie jonge kinderen nu in de praktijk?
Zorggarantie voor jonge kinderen is een cruciaal onderdeel van de jeugdhulp. Casemanager Ines Dirkx (CKG Molenberg) blikt terug op een specifiek dossier waarbij snel werd ingespeeld op de noden van een pril gezin, om uithuisplaatsing te vermijden.

In december 2019 kreeg Ines Dirkx, casemanager zorggarantie van het Limburgse CKG Molenberg, een aanmelding binnen over een pasgeboren baby’tje. “De ouders waren allebei nog erg jong - 20 en 21 jaar - en in het ziekenhuis waren er geregeld agressieve conflicten tussen de twee. Er was ook grote bezorgdheid over het druggebruik van de papa. Al voor de geboorte waren er verschillende pogingen geweest om het koppel te ondersteunen, maar ze haakten telkens af. Vandaar dat het ziekenhuis zich ernstige zorgen maakte over dat kindje. In de eerste plaats spraken ze erover met de ouders, die open stonden voor hulp. Daarom is heel snel contact opgenomen met Kind en Gezin, via hen kwam het dossier bij mij terecht.”
Krachten van het gezin
Op dag twee na de geboorte had Ines al een “zorgtafel” georganiseerd. “Alle betrokkenen kwamen samen: de ouders en de oma langs moederskant, iemand van het ziekenhuis, Kind en Gezin, ikzelf en nog twee experten: iemand van pleegzorg en iemand van een CKG. Iedereen kon zijn zorgen op tafel leggen, maar er werd ook over de krachten van het gezin gesproken. De oma toonde bijvoorbeeld veel bezorgdheid, maar vertelde ook trots hoe haar dochter samen met het OCMW op zoek was gegaan naar een huurwoning en die al heel mooi had ingericht voor de baby. Vanuit die zorgen en krachten werden enkele doelstellingen opgesteld: minimale eisen om een veilige omgeving te creëren voor het kindje. Zo werd beslist dat rond het gezin een netwerk van minstens zes mensen moest worden opgebouwd.”
Naast het netwerk, schakelden we ook Kind en Gezin en kraamhulp in om de ouders te ondersteunen. En ik ging op zoek naar een partnerorganisatie om het gezin intensief te begeleiden en een veiligheidsplan uit te bouwen
Zo ontstond ons plan A: het kindje mocht meteen mee naar huis, maar onder enkele randvoorwaarden. “Naast het netwerk, schakelden we ook Kind en Gezin en kraamhulp in om de ouders te ondersteunen. En ik ging op zoek naar een partnerorganisatie om het gezin intensief te begeleiden en een veiligheidsplan uit te bouwen. Maar er werden meteen ook afspreken gemaakt over een plan B én C: als de voorwaarden niet vervuld raakten, zou de baby tijdelijk naar een pleeggezin gaan, en op crisismomenten stond ook de oma klaar om hem op te vangen.”
Intensief traject
Voor plan A moest Ines dus op zoek naar een partner, wat in eerste instantie geen evidentie bleek. Uiteindelijk kon dan toch een voorziening worden warm gemaakt om mee te werken. Ines: “De voorwaarde is wel dat er ‘minimale vrijwilligheid’ is bij de ouders: ze moeten op zijn minst mee rond de tafel willen zitten. Diezelfde week nog vond een intakegesprek plaats met het gezin en een begeleider. Vanaf dat moment had die drie keer per week contacten met het gezin en werd op basis van het 3-kolommenmodel (zorgen, krachten en doelen), netwerkraden en de Signs of Safety-methodiek gewerkt aan een veiligheidsplan.”
“Het was een heel intensief traject, zeker omdat het aanvankelijk moeilijk was om een betrouwbaar netwerk op te bouwen. Eenmaal dat gelukt was - met familie, maar onder anderen ook een buurvrouw en een schoolvriend van de papa - ging het vrij snel. Er zijn enkele gevallen van agressie geweest, waarbij het netwerk vlot is ingesprongen. Maar er kwam bijvoorbeeld ook een Whatsapp-groepje waarin regelmatig werd geïnformeerd naar het kindje en waar kleine en grote zorgen werden gedeeld.”
Om de zes weken werd een evaluatiemoment georganiseerd, met alle betrokkenen en enkele professionele partners, zoals het OCMW en het CAW. “Daar werd het zorgplan telkens geëvalueerd en bijgestuurd. De ouders hadden daar veel aan, omdat zij ook konden benoemen wat wel en niet goed liep.” Na een halfjaar was het traject afgelopen, maar op vraag van de mama - die nog met veel vragen zat rond opvoeding en gehechtheid - werd het gezin aangemeld bij een CKG, voor reguliere hulp. Die sloot mooi aan op het traject. Maar ook Kind en Gezin blijft het gezin van nabij opvolgen.”
Uitdagingen
“We kunnen heel snel een kwalitatief aanbod geven op maat van het gezin”, zegt Ines. “Daarbij kan ook out of the box worden gewerkt: zo hebben we bijvoorbeeld eens een tijdelijke woning gezocht voor een mama die met haar jonge kindje op straat dreigde te belanden. En we kunnen ook de inhoud en intensiteit van de begeleidingen heel flexibel aanpassen aan de gezinnen.”
Al waren er in “coronajaar” 2020 ook heel wat uitdagingen. “We vinden het zeer belangrijk om met iedereen rond de tafel te zitten, wat door de coronamaatregelen moeilijker was. Maar doordat het over crisissituaties gaat, waren er gelukkig uitzonderingen mogelijk. Ook bepaalde vormen van thuisbegeleiding stonden tijdelijk on hold.”
Daarnaast was - en is - er één constante uitdaging: “Het is niet altijd evident om alles in zes maanden rond te krijgen. En het blijft ook moeilijk om altijd het juiste aanbod te vinden, waardoor we soms toch nog een beroep moeten doen op het crisismeldpunt. Als een kindje echt niet naar huis kan en we geen ‘creatieve’ oplossing vinden, is crisisjeugdhulp soms de enige optie.”