Contact |
‘Sociaal ondernemerschap is met dit initiatief heel mooi in de verf gezet’
OOOC t’Laar in Brugge blikt terug op crisisinitiatief tijdens eerste lockdown
Onthaal,-oriëntatie en observatiecentrum t’Laar in Brugge organiseerde tijdens de eerste lockdown een pop-up crisisopvang in hun opvanghuis waardoor tienerjongens er een tijdje samenleefden met enkele kleine kinderen. Een opvallende mix die verassend goed werkte zo bleek.

Hoe is het project ontstaan?
Directeur Toine Perneel: “Deze tijdelijke ‘crisis pop-up’ is heel snel tot leven gekomen. Tijdens de plotse lockdown moesten we snel improviseren en toch proberen om het leven zo normaal mogelijk te laten doorgaan voor de jongeren. De jongeren moesten op een vaste plek blijven en mochten geen bezoek meer ontvangen. We moesten snel beslissen of ze bij ons bleven of naar huis gingen. Bovendien kregen we ook geen nieuwe instroom waardoor er enkele bedden vrijkwamen.”
“Het crisismeldpunt liet ons weten dat er een hoge nood was aan opvangplaatsen voor jonge kinderen. Wij werken eigenlijk enkel met jongens tussen de 12 en de 18 jaar maar we hebben de knoop toch doorgehakt om een crisisunit op te starten voor jonge kinderen in onze leefgroep. We wisten dat het een tijdelijk initiatief was, ongeveer tot juni, en vingen tijdens die periode 5 kinderen en jongeren op. Achteraf gezien hebben we heel zinvol werk geleverd en zijn we proactief aan de slag gegaan. Dat bracht heel veel enthousiasme en werkvreugde.”
Hoe verliep het praktisch?
Leen Wittevrongel werkt als hoofdbegeleidster in ’t Laar en leidde de organisatie van dit project in goede banen. Zo stemde ze de uurroosters op elkaar af en maakte ze afspraken met de medewerkers van de mobiele en ambulante diensten van vzw De Patio en de collega’s van Opgroeien en die insprongen. “In één weekend moest ik plots puzzelen om al die uurroosters te maken. Ons eigen team was gehalveerd door ziekteverschijnselen maar gelukkig waren er collega’s van Opgroeien die backup stonden tijdens de coronaperiode. Die jongere kinderen zijn ook een andere doelgroep, dus dan moet je nadenken over een andere structuur. Daarom hebben we richtlijnen opgesteld zoals hoe laat opstaan, wat met gsm’s, een beloningssysteem etc.. Eens we gestart waren liep het verassend vlot.”
Zo konden ze rekenen op Charlot Vanhoutte, Nele Van Nevel (ACT) en Lore Vanneste (stafmedewerker Opgroeien). Charlot Vanhoutte is consulente op de sociale dienst van de Jeugdrechtbank Kortrijk, en sprong in als preteach leerkracht. Charlot Vanhoutte: “Ik vond het zo een warm initiatief! Ook tijdens het project werd duidelijk hoe warm alles was, zoals de samenwerking tussen diensten en personen… Wij kregen een kijkje binnen in de voorziening, als consulent kom ik natuurlijk al in veel voorzieningen, maar dit was toch anders. Het was ook handig dat de preteaching door ons werd opgenomen en goed afgebakend was. In andere voorzieningen werd dit bij opgenomen door de bestaande begeleiding, maar hier was er een goede splitsing.’
Toine Perneel: “Wanneer we bericht kregen dat de mobiele eenheden weer aan de slag moesten konden we niet verder met het project omdat we mensen, zoals Charlot, terug moesten afstaan. We wisten dat het tijdelijk was en hebben zo goed mogelijk afgerond door goed na te gaan dat de kinderen hierna op een goeie plek zouden terechtkomen en een goede overdracht te waarborgen. Ik ben eigenlijk wel benieuwd om te horen van de kinderen hoe zij het vonden, maar dat is ook een beetje hulpverlening, die dingen moeten loslaten…”
Klikte het goed tussen de pubers en de jongere kinderen?
Toine Perneel: “Ja eigenlijk wel. De jongeren die bij ons zitten hebben een hobbelig traject achter de rug en die periode bracht hen rust. Dat kwam enerzijds door de lockdown, omdat er weinig verlokking was van buitenaf, maar anderzijds ook door de aanwezigheid van die kindjes. Je zag hun gezicht letterlijk zachter worden in bijzijn van de kinderen. Hun aanwezigheid maakte het leven in de leefgroep zelf aangenamer. Vergeet ook niet dat de jongeren die hier al woonden veel moesten inleveren voor de jongere kinderen: hun leefruimte, eetplek , een stuk van de tuin... Ik vond dat zeer frappant, dat ze zo meewerkend waren. Wat mij vooral bijblijft is de spontane appreciatie bij die jonge kinderen. Ons doel was om ze met deze pop-up ze een veilige en geborgen plek te geven tijdens de lockdown, en daar kregen we ongelofelijk veel voor terug. Er hangen hier nog altijd tekeningen in de keuken dat de kinderen gemaakt hebben.”
Is er iets dat jullie hebben kunnen meenemen uit dit experiment?
Toine Perneel: “2020 was zulk overrompelend jaar dat we nog geen tijd hadden om dit project te evalueren. Er zijn nochtans zeker elementen die we kunnen meenemen, zoals nadenken of een gemengde groep zou kunnen werken op langere termijn.”
Charlot Vanhoutte: “Wat mij opviel is dat ik dit jaar veel te horen kreeg ‘dat kan niet omwille van corona’. Maar door deze ervaring ga ik daar niet altijd in mee, want ik heb gezien dat er wél een creatieve oplossing kan zijn. Dat is iets waar ik vaak aan denk bij mijn contacten met voorzieningen en gezinnen.”
Toine Perneel: “We hebben ook de mogelijkheid gekregen van Opgroeien om dit te doen. Zonder die ruimte, flexibiliteit en het enthousiasme van vele medewerkers is dit nooit gelukt. Sociaal ondernemerschap is met dit initiatief heel mooi in de verf gezet. Door creatief maar doordacht dingen aan te pakken kan je iets realiseren. En dat heeft mij een boost gegeven: als we dit kunnen, kunnen we alles aan.”