Contact |
Pleegzorg
In sommige situaties is het aangewezen om kort en heel tijdelijk een kind of jongere op te vangen, in andere gevallen is een meer langdurige opvang de beste oplossing op maat. Pleegzorg is een warme en vaak nabije oplossing.
Pleegzorg kent een jaarlijkse stijging in het aantal pleegzorgsituaties en -dossiers. Ondanks de coronapandemie is er opnieuw een aanzienlijke groei in 2021 (10.154, of een stijging met 5 procent obv het totale aantal dossiers en 9.914 of een stijging met 5 procent obv aantal unieke kinderen en jongeren). Op 7 jaar tijd kende pleegzorg een groei tussen de 50 (dossiers) en 51 (unieke kinderen en jongeren) procent.
De jaarlijkse stijging is geen toeval. De Vlaamse overheid heeft de voorbije jaren sterk ingezet op pleegzorg. Het (aangepaste) decreet pleegzorg heeft voor een hele dynamiek gezorgd, waardoor het vlotter én meer op maat kon worden ingezet. Pleegzorg is de eerste optie als jonge kinderen niet thuis kunnen blijven. Ook werd pleegzorg mogelijk gemaakt tot de leeftijd van 25 jaar. Samen met de verschillende regionale pleegzorgdiensten heeft Pleegzorg Vlaanderen vzw mee aan de kar getrokken om pleegzorg bekender en aantrekkelijker te maken.
Van de 2.180 cliënten pleegzorg ouder dan 18 zijn er 718 meerderjarige pleeggasten (volwassen personen met een handicap of psychiatrische problematiek die instromen binnen de volwassenwerking van de pleegzorgdiensten).
Totaal aantal pleegzorgsituaties en pleegzorgdossiers (2015-2021)
Verschillende vormen
We onderscheiden 3 grote vormen. Bij ondersteunende pleegzorg vangt een gezin een pleegkind op zolang als nodig: een paar dagen, een paar weken, maanden of af en toe tijdens weekends en vakanties. Dat kan dus een korte aaneengesloten periode zijn, maar het kan ook een afwisselend verblijf voor meerdere korte periodes zijn. Het is een heel laagdrempelige vorm van pleegzorg die niet via de intersectorale toegangspoort verloopt, de andere twee vormen wel.
Wanneer een pleegkind langer dan een jaar in een pleeggezin woont, spreken we over langdurige of perspectiefbiedende pleegzorg. Een pleegkind kan soms vele jaren in een pleeggezin verblijven, zelfs tot wanneer het op eigen benen gaat staan. Altijd houdt de jongere wel zo veel mogelijk contact met de biologische ouders.
Wanneer ouders de zorg even niet meer aankunnen, kan een pleeggezin de nodige rust brengen voor een pleegkind. Hulpverleners gaan dan samen met de ouders intensief aan de slag om hun leven weer op de rails te krijgen. Perspectiefzoekende pleegzorg duurt meestal enkele maanden. Als een terugkeer naar huis toch niet mogelijk blijkt, wordt er gezocht naar een langdurige oplossing. Ook andere hulpverleningsvormen kunnen worden ingeschakeld.
Eind 2021 zijn er 8.643 pleegzorgsituaties (unieke cliënten), dat is een stijging van 4,8 procent t.o.v. 2020 (392 pleegkinderen extra).
- De grootste groep vormt perspectiefbiedende pleegzorg met 6.904 pleegzorgsituaties (80%). Dit aandeel stijgt opnieuw licht sinds 2019.
- De ondersteunende pleegzorg (18%) en de perspectiefzoekende pleegzorg (4,5%) vormen een minderheid van de pleegzorgsituaties. Het aandeel ondersteunende pleegzorg blijft stijgen. Dat van perspectiefzoekend is afgenomen de laatste jaren. Dit laatste heeft er mogelijks mee te maken dat netwerkobservatie in het kader van langdurige pleegzorg, een aanbod dat ingezet wordt om na te gaan of netwerkpleeggezinnen voldoen om pleegzorg verder te zetten, niet langer onder perspectiefzoekende pleegzorg wordt geregistreerd, maar onder perspectiefbiedende pleegzorg.
Zie onderstaande grafiek.
Om te kunnen vergelijken is het aantal unieke jongeren geteld in een pleegzorgsituatie, telkens op dezelfde dag (31/12). Omdat een jongere verschillende types pleegzorg kan benut hebben is het totaal aantal unieke kinderen verschillend van de som van de rijen.
Aantal unieke kinderen en jongeren in pleegzorg (eind van het jaar, 2015-2021)
Verhouding verschillende vormen pleegzorg (2015-2021)
Netwerkpleegzorg
Kinderen en jongeren in pleegzorg worden in eerste instantie opgevangen in hun eigen netwerk: een tante, grootouder, een gekend vertrouwensfiguur…. Deze ‘netwerkplaatsingen’ maken ruim 66 procent (in 2020 70 procent) uit van alle nieuwe dossiers in 2021, tegenover ongeveer 25 (in 2020: 22) procent aan ‘bestandspleegplaatsingen’, waarbij een match wordt gezocht tussen een jongere en een kandidaat-gezin.
Sinds 2020 zien we ook een stijging van het aantal dossiers zonder beginregistratie. Het gaat hier over ‘crisis-dossier’ waar de beginregistratie niet langer wordt ingevuld.
Voor 2020 beschikken we ook een eerste keer over detailcijfers wat betreft het netwerk. 2/3 van de netwerkpleegzorg vindt plaats in het familiaal netwerk, 1/3 in het sociaal netwerk. In 2021 blijft dit hetzelfde.
Aantal nieuw opgestarte dossiers naar soort pleegzorg
Leeftijdsverdeling
In ongeveer de helft van de nieuw opgestarte pleegzorgsituaties gaat het om (jonge) kinderen tussen 0 en 8 jaar. De leeftijdsverdeling in 2021 is ongeveer opnieuw dezelfde als in 2019.
Leeftijdsverdeling Pleegzorg
Behandelingspleegzorg
Diensten voor pleegzorg bieden behandelingspleegzorg aan bovenop perspectiefzoekende en –biedende pleegzorg. Zo kunnen ze de gezinnen ondersteunen wanneer het een pleegzorgspecifieke problematiek betreft.
Behandelingspleegzorg wordt op 31/12/2021 ingezet bij 776 pleegkinderen of -gasten die gebruik maken van perspectiefzoekende of perspectiefbiedende pleegzorg. Dit is een stijging t.o.v. vorige jaar (696) maar nog onder het niveau van 2019 en ouder. Dit is het gevolg van de striktere interpretatie van wat behandelingspleegzorg is, ten gevolge van de aanpassing van de regelgeving pleegzorg in 2020.
Bron: Binc